Het waterpas van de huisarts

WORD LID

Bij het Lidmaatschap:

  • Bijniermagazine
  • Welkomstpakket
  • Forum
  • Lotgenoten contact dagen
  • Medisch congres

Voor maar € 37,50 per jaar

Publicatiedatum: 23 maart 2023

Onbetwist op nummer 1 staat de stethoscoop. Maar op een goede tweede plaats toch zeker de bloeddrukmeter. Ik heb het over de attributen waarmee huisartsen doorgaans in de media worden afgebeeld. Vaak wat traditionele beelden van de vertrouwde huisarts die de longen beluistert of aandachtig de bloeddruk meet. De bloeddrukmeter lijkt door veel patiënten te worden ervaren als magische peilstok voor hun fysieke gezondheidstoestand. Niet zelden wordt een consult dan ook afgesloten met een opgestroopte mouw en het verzoek om ‘ook nog even de bloeddruk te meten’, geïndiceerd of niet. En hoe hoog die bloeddruk dan mag zijn is al jaren voer voor discussie, gevoed door talloze onderzoeken in wisselende populaties met even sterk wisselende uitkomsten.

In een tijd van ‘gepersonaliseerde zorg’ – overigens een bizarre term, alsof voorheen alle patiënten werden behandeld zónder oog voor hun context – bestaat de neiging om vooral bij oudere, kwetsbare patiënten de teugels wat te laten vieren: ze hebben immers vaak al veel medicijnen, en een wat hogere bloeddruk zou hen behoeden voor orthostatische hypotensie en valpartijen. Ook zou een minder strenge streefwaarde wat betere doorbloeding van het brein geven met minder risico op cognitief verval. Allemaal invoelbare en ook pathofysiologisch best wel intuïtief aannemelijke overwegingen. Maar ook plausibel klinkende overwegingen vragen om deugdelijke toetsing.

Bron: Nederlands Tijdschrift voor Geneeskunde