Commerciële huisartsenketens zijn symptoom van falend zorgstelsel

WORD LID

Bij het Lidmaatschap:

  • Bijniermagazine
  • Welkomstpakket
  • Forum
  • Lotgenoten contact dagen
  • Medisch congres

Voor maar € 37,50 per jaar

Publicatiedatum: 28 augustus 2023

Wie de berichtgeving over de verloren rechtszaak van de Inspectie voor de Gezondheidszorg (IGJ) tegen de commerciële huisartsenketen Co-Med volgt, leest dat zorgverzekeraars, de commerciële ketens, huisartsen, Nederlandse Zorgautoriteit, inspectie en de rechter over elkaar heen buitelen. Ieder van de partijen heeft zijn eigen invalshoek, zijn eigen gelijk. Daardoor duurt de impasse voort. Wie moet deze impasse oplossen? Ons antwoord is: de minister en als medewetgever het parlement. André Louwen en Aline Pikaar, raad van bestuur Eerstelijnszorg Zoetermeer De instanties, IGJ en NZa, kunnen de impasse niet tackelen. De inspectie niet, omdat ze van nature optreedt tegen de uitzonderingen en dus geen potjes kan breken als het om een landelijk fenomeen gaat. De IGJ vervult natuurlijk een uiterst nuttige rol in het adresseren en aanpakken van individuele misstanden, maar verder gaat haar rol niet. De rechterlijke uitspraak maakt ook nog eens pijnlijk duidelijk dat dat aanpakken nog niet zo eenvoudig is. Voor de NZa geldt dat haar wettelijke positie ingekaderd is door verlammende mededingingswetgeving. Ook zorgverzekeraars hebben last van wetgeving die hun rol om bepaalde vormen van zorg buiten de deur te houden, belemmert.

Bron: Academie Nieuwe Zorg