Publicatiedatum: 1 augustus 2024
‘Bovengenoemde patiënt zag ik op 11-3-2024 ter controle op de polikliniek A*.’ Zo staat het letterlijk in een brief van twee kantjes boordevol medische informatie die specialist B naar mijn huisarts heeft gestuurd. Want die ‘bovengenoemde patiënt’ ben ík. Ik ben echter helemaal niet ‘op 11-3-2024 ter controle op de polikliniek A’ verschenen. Dat verklaart waarom in de brief niets wordt geschreven over lichamelijk onderzoek. Op de betreffende dag ben ik echter wel door specialist B gebeld. Dat was in het kader van de jaarlijkse controle.
Gedurende een kwart eeuw ben ik bij vijf specialisten onder behandeling (geweest). Daarom durf ik als ervaringsdeskundige te stellen dat het aantal controles bij een specialist op de eerste plaats is gekoppeld aan het financieringssysteem en niet aan de ernst van de aandoening. Voor een bepaalde aandoening werd ik vier keer per jaar gezien en telkens werd de noodzaak van deze controles beklemtoond. Na de introductie van de marktwerking werd dat aantal echter plots gereduceerd tot eenmaal per jaar.
De genoemde verbetering van ‘het systeem’ betreft louter de financiering en niet de kwaliteit van de zorg
Op 28 januari 2020 schreef Koen Kuijper in Zorgwijzer: ‘Sinds de invoering van de marktwerking in de zorg in 2006 is het systeem verbeterd en is onze zorg goedkoper geworden. Door toenemende concurrentie besparen verzekeraars gemiddeld zo’n 800 miljoen euro per jaar. Dat blijkt uit onderzoek van De Nederlandse Bank (DNB). (…) De uitkomsten in het onderzoek zeggen niets over de kwaliteit van zorg.’ De genoemde verbetering van ‘het systeem’ betreft dus louter de financiering en niet de kwaliteit van de zorg.
Bron: Academie Nieuwe Zorg