Promotiedatum: 12 juni 2024
Het proefschrift van Marjolein Stip bespreekt het potentieel van IgA antilichaamtherapie als behandeling voor neuroblastoom. Neuroblastoom is een van de meest voorkomende tumoren bij kinderen. Het ontstaat tijdens de embryonale ontwikkeling, meestal in de bijnieren of het zenuwstelsel in de buik. Patiënten met laag- of middel-risico neuroblastoom kunnen spontaan herstellen en reageren anders goed op operationele verwijdering van de tumor. Echter, patiënten met hoog-risico neuroblastoom hebben een sombere prognose met een overlevingskans van slechts 45% na 5 jaar.
De standaardbehandeling voor hoog-risico neuroblastoom omvat chemotherapie, chirurgie, stamceltransplantatie en radiotherapie. Bovendien kunnen patiënten immunotherapie krijgen. Deze immunotherapie bestaat uit IgG-antilichamen tegen GD2 – een suiker-lipidemolecuul – tot expressie gebracht door neuroblastoomcellen. Wanneer deze antilichamen zich binden aan GD2 op neuroblastoom, activeren ze immuuncellen (vooral NK-cellen) die vervolgens de tumor aanvallen. Deze therapie kan echter ernstige neuropathische pijn veroorzaken, omdat het ook GD2 op zenuwen herkent. Wanneer IgG-anti-GD2-antilichamen zich binden aan zenuwen, activeren ze het complement-systeem, wat ernstige pijn veroorzaakt.
Bron: Universiteit Utrecht