Publicatiedatum: 8 november 2024
We kennen hem allemaal: de oudere medisch specialist die decennia geleden als een Obelix in een ketel met Alleskunnerij is gevallen. Inmiddels alles gezien, alles gedaan. Zelfs bij de meest extreme casussen komt er een soortgelijk verhaal dat begint met: ‘ik herinner me nog, in het jaar…[vul een jaartal in dat je allicht nog niet geboren was]…’.
Ze schrikken nergens meer van (alhoewel er soms ook een vleug van “ik heb geen zin meer in die ellende zo vlak voor mijn pensioen” te herkennen is).
Hun basis is gelegd in de tijd dat er heel veel geopereerd werd bij gebrek aan andere therapeutische mogelijkheden (zoals mirenaspiralen) waardoor er een onovertrefbare handvaardigheid is getraind. Ze kunnen alles.
Behalve het elektronisch patiëntendossier (EPD). Dat blijft hun achilleshiel. Het einde van het epos.
Met diepe concentratie tikken ze met twee vingers staccato in het systeem. Soms onnavolgbaar, de moderne variant van hiërogliefen. Resterende orders worden door een co- of arts-assistent afgemaakt. Er zijn zelfs artsen die toevallig met vroegpensioen gaan omdat er een EPD-wissel aankomt.
En dan nu ik: mijn werk is stuk. Hoe kan het dat ik na 6 jaar universitaire studie circa een derde van mijn werktijd verspil door relatief simpele dingen in een computer in te voeren? Digitalisering zou ons tijd moeten besparen, maar het omgekeerde is tot op heden waar. Dat digitalisering het panacee gaat zijn voor vermindering van administratieve lasten in de zorg (aldus minister Agema) voelt vooralsnog als contradictio in terminis.
Bron: Medisch Contact