Europees ENABLE-onderzoek laat groot aantal barrières voor goede medicatietrouw zien

WORD LID

Bij het Lidmaatschap:

  • Bijniermagazine
  • Welkomstpakket
  • Forum
  • Lotgenoten contact dagen
  • Medisch congres

Voor maar € 37,50 per jaar

Publicatiedatum: 30 juli 2024

Een recent onderzoek onder bijna 3000 Europese zorgverleners uit 37 landen laat verschillende barrières in het gezondheidszorgsysteem zien die een goede medicatietrouw in de weg staan. Het onderzoek werd uitgevoerd door de COST Action ENABLE. Dat is een vierjarig project dat de Europese Commissie financierde. Het focust zich op de implementatie van therapietrouwe technologie en best practices in Europa. Hieronder volgt de samenvatting. Op verzoek van de redactie ontbreekt de verantwoording van de onderzoeksmethoden. Het Engelse artikel zelf gaat hier wel uitgebreid op in. Auteur Van Boven bespreekt daarentegen wel uitgebreider dan in de oorspronkelijke publicatie onderzoeksuitkomsten voor Nederland. Dat is een van de 37 onderzochte landen.

Therapie-ontrouw is klinisch én economisch probleem

Voor veel chronische ziekten is medicatie een belangrijke pijler in de behandeling. In Nederland gebruikten in 2022, zo’n 11 miljoen mensen medicatie, waarvan een groot deel chronisch of zelfs meerdere medicijnen. Echter, in 2003 liet een rapport van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) zien dat naar schatting slechts de helft van de mensen met chronische medicatie deze goed inneemt. Dit fenomeen wordt ook wel bestempeld als therapie-ontrouw. Deze heeft niet alleen negatieve gevolgen voor de patiënt, zoals een hoger risico op complicaties of achteruitgang van de ziekte, maar heeft ook economische consequenties. De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OECD) wijst op ongeveer 200.000 sterfgevallen en 125 miljard euro aan jaarlijkse kosten binnen Europa gerelateerd aan een suboptimale medicatie inname. Goed inzicht in de oorzaken van therapie-ontrouw, maar ook in mogelijke interventies, die deze kunnen verminderen, is daarom belangrijk.

Bron: Academie Nieuwe Zorg