Publicatiedatum: Onbekend
Feochromocytomen groeien in het bijniermerg. Bij een patiënt met een feochromocytoom (feo) worden bijna altijd verhoogde hormoonwaardes gemeten. Ook hebben patiënten vaak een verhoogde bloeddruk.
Inleiding
Aangezien een mens twee bijnieren heeft kan zich ook aan beide kanten een feochromocytoom ontwikkelen. Dit betekent dat er, bijvoorbeeld jaren nadat er links een is ontdekt, er rechts ook nog een ontstaat.
Klachten
De klachten bij een feochromocytoom lopen heel erg uiteen. Men spreekt soms over “the great mimic” wat zoiets betekent als “het lijkt eerder op iets anders”.
Lang niet iedereen heeft (alle) klachten, deze kunnen andere zijn:
- verhoogde bloeddruk
- duizeligheid bij opstaan (op dat moment juist een lage bloeddruk)
- hoofdpijn
- overmatig zweten
- trillingen en hartkloppingen
- opvliegers
- plotselinge angstgevoelens
Hormoonproductie
Bovenstaande klachten kunnen voortkomen uit een verhoogde hormoonproductie. Bij feochromocytomen gaat het om de hormonen adrenaline en nor-adrenaline die ook wel de stresshormonen worden genoemd.
Deze hormonen hebben invloed op de bloeddruk en dat kan tijdens een operatie gevaarlijk zijn.
De hoeveelheid van deze hormonen in het lichaam meet het ziekenhuis door bloedonderzoek of onderzoek van 24-uurs urine. Ze kijken dan niet naar de hormonen zelf maar naar de hoeveelheid afbraakproducten. Dit zijn de metanefrines en nor-metanefrines. Bij de aanwezigheid van een feochromocytoom liggen deze vaak 3 tot 4 keer hoger dan normaal.
Bron: Nederlandse Vereniging voor patiënten met Paragangliomen