Publicatiedatum: 9 september 2024
De bekende uitdaging voor de zorgsector is het waarborgen van de drieslag goede, toegankelijke en betaalbare zorg tegen een achtergrond van een toenemende vraag en toenemende schaarste van personeel. Dat vraagt om transformaties en dus van zorgaanbieders om te innoveren, intensief samen te werken en in bepaalde gevallen ook vergaand over de eigen belangen heen te stappen.
In deze rubriek nemen verschillende advocaten juridische kwesties onder de loep. Dit artikel verscheen op 5 september in Zorgvisie magazine 6.
Dat is geen gemakkelijke opgave in een versnipperd zorglandschap met veel verschillende taken en deelbelangen. Inherent aan transformatie is immers dat veel niet op dezelfde wijze in stand kan blijven.
De wettelijke bestuurlijke taakstelling sluit eigenlijk niet goed aan bij deze collectieve opgave. Het bestuur van een zorginstelling is op grond van Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek verplicht om te handelen in het belang van de rechtspersoon en de daarmee verbonden onderneming (het zogeheten vennootschappelijk belang). Dit vennootschappelijk belang wordt uiteraard ook ingekleurd met de bredere maatschappelijke doelstelling van een zorginstelling, maar stelt uiteindelijk wel de eigen rechtspersoon en onderneming centraal.
Verplicht tot samenwerking
De Governancecode Zorg voegt magertjes toe dat zorgorganisaties bijdragen aan de realisatie van de publieke belangen kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid door goede zorg te bieden, te voorzien in beschikbaarheid en sober om te gaan met middelen. Ook andere zorgwetgeving verplicht niet expliciet tot samenwerking, met uitzondering van de Wkkgz die verplicht tot samenwerking in ROAZ-verband.
Bron: Zorgvisie