Publicatiedatum: 25 juni 2024

Huisartsen met volle praktijken moeten onderling patiënten mogen ruilen binnen een regio. Daarvoor pleit de Gelderse huisartsenorganisatie Oost-Gelderland (HOOG). Deze huisartsen lobbyen voor meer wettelijke ruimte daartoe, om het probleem van volle praktijken landelijk aan te pakken.

HOOG is een organisatie voor huisartsen in Apeldoorn, Zutphen en de Oost-Achterhoek. De stad Apeldoorn kampt met het probleem dat alle circa honderd huisartspraktijken ‘100 procent’ vol zitten en geen nieuwe patiënten kunnen opnemen, legt HOOG-bestuurder Bart Smit uit. Uit een inventarisatie van HOOG blijkt dat zo’n 3500 van de ingeschreven patiënten niet wonen in de wijk van de praktijk.

Aanrijtijd

‘De regio Apeldoorn loopt inmiddels van de Wadden tot Zeeuws-Vlaanderen en Maastricht’, vat Smit de situatie in zijn werkgebied ironisch samen. ‘Er is zelfs een groep in Apeldoorn ingeschreven patiënten die in Duitsland woont.’ Daarnaast hebben de Apeldoornse praktijken patiënten die weliswaar nog binnen de regio wonen, maar niet meer binnen de geadviseerde vijftienminuten-aanrijtijd. Dat is niet alleen risicovol voor een patiënt, maar ook hinderlijk voor de huisarts, schetst Smit. ‘Als een huisarts van een praktijk in Apeldoorn-Noord naar een patiënt in Apeldoorn-Zuid moet, is hij twintig minuten extra rijtijd kwijt waarin ook andere patiënten geholpen hadden kunnen worden.’

De HOOG-voorzitter wil wettelijke speelruimte om deze categorie patiënten met enige dwang richting een praktijk in hun wijk ‘te laten bewegen’. Artikel 13 in de Zorgverzekeringswet die de vrije artsenkeuze garandeert, belemmert dat. En een huisarts mag een patiënt niet uitschrijven zolang deze geen andere huisarts heeft. De Apeldoornse huisartsenorganisatie wil dat ‘uitschrijven en uitruilen van niet wijkgebonden patiënten’ wel wordt toegestaan míts een patiënt de keuze krijgt uit praktijken in de eigen wijk die plek hebben. Smit: ‘De patiënt moet er wel een stem in hebben. Daar hechten we aan, anders is het alleen een uitruilfeest voor artsen.’

Bron: Medisch Contact