Stelt u zich voor. U doorloopt als patiënt een diagnostisch traject in het kader een mogelijke bijnieraandoening. Op verzoek van de internist-endocrinoloog hebt u voor het hormonale onderzoek bloed laten prikken. Tevoren hebt u bepaalde medicatie moeten stoppen en vervangen door andere middelen om verstoring van het onderzoek te voorkomen. Dat was best lastig, want dat leverde u meer bijwerkingen op. Maar uw arts verzekert u dat dit noodzakelijk is om tot een betrouwbare diagnose te komen. Daarnaast werd u gevraagd 24-uurs-urine te verzamelen voor nog meer laboratoriumbepalingen. En dat viel nog niet mee gezien uw drukke bezigheden. Waar moest u op uw werk die grote bokaal verstoppen? Ter voorbereiding diende u ook nog speciaal dieet volgen.
Uit het bloedonderzoek blijkt de diagnose nog niet met zekerheid vast te
stellen en het matcht niet goed met de uitslagen van de urine. U wordt
uitgenodigd opnieuw langs te komen om te laten prikken, maar dan na het
inbrengen van een infuusnaald en na een half uurtje in afzondering in
rust. U bent intussen al weken verder sinds het eerste consult.
De volgende stap is een CT-scan van de bijnieren. Hierop werd een
zwelling gevonden, maar de aard ervan is niet helemaal duidelijk.
Misschien moet uw wel geopereerd worden. Het voorstel is om eerst een
PET-scan te doen. Voor een informerend gesprek gaat u alvast langs bij
de chirurg. Deze licht de verschillende operatieve opties toe en vertelt
dat in uw geval een kijkbuisoperatie via de rug de voorkeur heeft.
Bron: BijnierNET / Henri Timmers