Een cadeau van de Sint, maar wel een staartje!

We hebben allemaal wel van die momenten die we ons blijven herinneren. Bij mij was er op 5 december 1979 zo’n moment. Ik ben nog nooit zo blij geweest met een cadeau dat ik van de Sint kreeg als op die dag: “diagnose ziekte van Addison”, oftewel primaire bijnierschorsinsufficiëntie. Wat was ik opgelucht. Ik was dus niet gek, ik stelde me niet aan en ’het zat niet tussen mijn oren’! “Pilletje erin en klaar, dacht ik.” Wist ik veel, maar mijn arts helaas ook niet.

Ik was in de drie maanden voorafgaand aan die dag veranderd van een sportieve en afgetrainde jonge vent die 5x per week ging sporten en daarvoor ongetraind in Finland 200 km met een kano had gevaren in een zwakke en slappe zak die blij was dat hij 5 meter zonder hulp kon lopen. In die 3 maanden heb ik bij herhaling alle varianten te horen gekregen dat ik overspannen was tot en met dat ik psychische problemen zou hebben. Maar met de diagnose Addison kon de reeds geschreven verwijzing voor de psychiatrische kliniek de prullenbak in. Dat eerste infuus met prednisolon voelde aan als een heerlijke maaltijd. Ik knapte snel op en medio februari kon ik naar de wintersport. De behandeling was simpel zei de arts: “s ’morgens 2 pilletjes en s ’avonds 1, dat was alles!” Het leek me een heel eenvoudige behandeling voor een zeldzame ziekte, want volgens mijn arts waren er maar 50 patiënten met deze aandoening in Nederland.

Bron: BijnierNET / Laurens Mijnders